• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud

ADA Nederland

  • Home
  • Over ons
  • Herstelprogramma
    • Stap 1
    • Stap 2
    • Stap 3
    • Stap 4
    • Stap 5
    • Stap 6
    • Stap 7
    • Stap 8
    • Stap 9
    • Stap 10
    • Stap 11
    • Stap 12
  • Bijeenkomsten
  • FAQ
  • Handboek
  • Contact
  • Show Search
Hide Search

Stap 9

NEGENDE STAP: We gaven de rol van slachtoffer op en vergaven hen die ons pijn hadden gedaan

Stap 9 was voor sommigen van ons de meest bevrijdende stap van allemaal. We pakten de lijst uit stap 8 en keken specifiek naar de relaties die we qua verbinding een stevige onvoldoende gaven. Bij deze relaties bemerkten we vaak sterke negatieve emoties als wrok, boosheid en frustratie. We voelden ons in deze relaties het minst verbonden, maar waren er in wezen innig mee verstrengeld. Meer dan ons lief was konden ze onze gedachten en gevoelens in de greep krijgen. In deze stap ontdekten we dat we bij machte zijn om die macht te doorbreken. Die bevrijdende doorbraak heet vergeving. Ieder mens is ertoe in staat, wat er ook gebeurd is. 

We hadden hierbij speciale aandacht voor de relatie waarin we als mens het meest gevormd zijn – die met onze ouders. Ieder kind is bedoeld om op te groeien in een liefdevolle omgeving waar veiligheid en uitdaging in balans zijn. De realiteit is dat geen enkele ouder perfect voorziet in de behoeftes van een kind. Ieder mens is dus in zekere zin ‘slachtoffer’ en heeft daar zijn of haar weg in te vinden. Mensen die worstelen met angst en depressie komen daar vaak speciale uitdagingen in tegen. Velen van hen hadden geen makkelijke relatie met hun ouders. Ze hadden in hun opvoeding dingen gemist die bijzonder pijnlijk waren en een grote uitwerking op hun leven hadden. Zo bezien is dus bij hen het slachtofferschap van zeer ernstige aard, omdat er zaken absoluut niet gegaan zijn zoals de bedoeling is. 

VULKAANUITBARSTING

Ieder mens vindt manieren om met dit slachtofferschap en de bijbehorende pijn om te gaan. Wij moesten erkennen dat die van ons vaak ongezond waren. We ontkenden bijvoorbeeld de ernst van de zaak (‘bij anderen is het veel erger’). Of we gingen volledig uit contact, omdat we meenden er dan geen last meer van te hebben. We slikten onze frustraties in (die na verloop van tijd hun weg naar buiten weer vonden, soms als lava bij een vulkaanuitbarsting). Of we wimpelen het weg met ‘maar ze hebben zo hun best gedaan’. Hoewel het begrijpelijk was dat we dergelijke manieren verzonnen om de pijn niet te voelen, waren dit geen duurzame oplossingen. Diep vanbinnen bleef de pijn onveranderd aanwezig, en het rondlopen met die pijn kostte ons veel levensenergie. Bij stap 9 voelden velen van ons dat het tijd was om te leren op een gezonde manier met die pijn om te gaan zodat we er niet of stukken minder last van hebben. 

Hoe krijgen we dat voor elkaar? Door te leren van anderen die dit gelukt is. Edith Eger zat als jonge Joodse vrouw opgesloten in een concentratiekamp. Als iemand slachtoffer was van haar gevangenisbewaarders, dan was zij het. En toch schrijft ze, jaren later, dat ze altijd de keuze had om zichzelf te bevrijden uit haar slachtofferschap. Ze zegt: 


Lijden is universeel, het slachtofferschap is optioneel. Er zit een verschil tussen ‘het slachtoffer worden van’ en ‘de slachtofferrol’. De kans is groot dat we gedurende ons leven allemaal een keer op een bepaalde manier ergens het slachtoffer van worden. Op een bepaald moment zullen we lijden onder een kwelling, ramp of misbruik, veroorzaakt door omstandigheden, mensen of organisaties waar we weinig tot geen invloed op hebben. Zo zit het leven in elkaar. Dat is ‘het slachtoffer worden van’. Het komt van buitenaf. Het is die pestkop in de buurt, de leidinggevende die tiert, de echtgenoot die slaat, de geliefde die je bedriegt, de discriminerende wet, het ongeluk waardoor je in het ziekenhuis belandt. Daartegenover staat de slachtofferrol, die van binnenuit komt. Niemand kan van jou een slachtoffer maken. Dat kan alleen jijzelf. We worden niet een slachtoffer door wat er met ons gebeurt, maar doordat we ervoor kiezen om vast te houden aan onze slachtofferrol. We ontwikkelen de denkwijze van een slachtoffer: een manier van denken en zijn die star, verwijtend, pessimistisch, bestraffend en zonder gezonde beperkingen of grenzen is. We zitten dan vast in het verleden, we zijn niet in staat te vergeven. Wanneer we kiezen voor de beperkte denkwijze van het slachtoffer, worden we onze eigen gevangenisbewaarders.

Dit was voor velen van ons een zeer confronterend inzicht. Erkennen dat we ‘het slachtoffer waren van’ was al niet niks, toegeven dat we als reactie daarop onszelf onbewust een slachtofferrol hebben aangemeten was echt een stap. Maar we konden er niet omheen – we zaten vast in het verleden en wilden daar los van komen. Wat is de ultieme manier om de rol van slachtoffer los te laten? Vergeven. 

WAT IS VERGEVING?

Vergeving is de keuze om datgene wat ons pijn heeft gedaan niet meer tussen ons en de ander in te laten staan. En daarmee om wrok, verwijt en teleurstelling los te laten. Als je die keuze maakt vindt er een wonder plaats. De relatie verandert van een beknellende gevangenis naar een open plek waar weer van alles kan gaan gebeuren. 

Om te kunnen vergeven moet je eerst helder op tafel leggen wat je gaat vergeven. We komen hier niet weg met een abstract of rationeel verhaal. Nee, het gaat erom dat we bloedeerlijk worden over de pijn en de verwonding die dit in ons leven heeft veroorzaakt. We ontdekten hierbij hoe krachtig het is om hier expliciet woorden aan te geven. Sommigen schreven daarom een brief aan hun vader en/of moeder (zonder de intentie om deze ook daadwerkelijk te versturen). Het onder woorden brengen van onze pijn was niet makkelijk om te doen, maar toen we het gedaan hadden voelden we ons voldaan. Alsof we een etterende wond eindelijk hadden schoongemaakt en verzorgd. 

De volgende stap is aanvaarding. Daarmee zeg je niet alleen ‘dit is er gebeurd’, maar zeg je ook: ‘hier heb ik mee te leven, en dat doe ik ook’. Met andere woorden: hoe je gevormd bent is je lot, je hebt er niet voor gekozen maar hebt het wel te dragen en kunt dat ook. Vaak ervaren we hierbij een sterk gevoel van verlies. We hebben ergens naar verlangd in deze relatie, wat we niet gekregen hebben en ook niet zullen krijgen. Het aanvaarden van dat verlies heet rouw. Je kunt erom rouwen dat je niet opgegroeid bent met een gevoel van veiligheid, en daardoor de wereld voor jou als een onveilige plek voelt. Of dat er weinig intimiteit was vroeger, en intieme relaties jou dus niet aan komen waaien, maar altijd hard werken zijn. Of dat je weinig zelfvertrouwen hebt gekregen, en daardoor moeite hebt om stevig op je benen te staan in deze wereld. Rouwen betekent dat je de ‘schade’ en het bijbehorende verdriet aanvaardt en ervoor kiest ermee te leven in plaats van de ander te verwachten dat die de schade herstelt. 

Dit proces mondt uit in het moment om daadwerkelijk te vergeven. De daad van vergeving is heel specifiek: ‘Op die bepaalde dag en op dat bepaalde uur heb ik ervoor gekozen om die bepaalde schuld (dit verwoordden we heel specifiek) kwijt te schelden. Voortaan heb jij geen enkele schuld meer tegenover mij. Je staat niet langer bij mij in het krijt’. 

UITSPREKEN?

Hierbij vroegen we ons af of we deze vergeving persoonlijk of via een brief naar de ander toe moesten uitspreken. Vergeving ontvangen vraagt een hoge mate van emotionele volwassenheid, en als die er onvoldoende is kan zoiets het conflict nieuw leven in blazen. Meestal is het voldoende om innerlijk op een expliciete manier te vergeven en er dan het zwijgen toe te doen. Als we alert zijn, zullen we dan merken dat onze houding naar de ander veranderd is en we ons ook anders gedragen. Ons hart is zachter, we kijken anders uit onze ogen en we zijn rustiger in het contact. De ander proeft dan de vergeving in onze houding en gedrag. 

Met deze daad richt je een monument op in je leven. Je stelt een grootse, onomkeerbare daad. Je hebt hiermee je eigen ketenen van boosheid, wrok en neerslachtigheid doorgeknipt, en in een vrijheid gestapt die helaas maar weinig mensen kennen. Je bent weer zoon en dochter, je vader is weer vader, je moeder is weer moeder. Niet omdat ze perfect zijn, maar omdat je ze aanvaardt zoals ze zijn, zowel in wat ze je gegeven hebben als in wat ze je niet gegeven hebben. 

Is alles nu koek en ei in de relatie? Meestal niet. Vergeving verandert onszelf, de ander niet per se. Meestal blijft de ander dezelfde dysfunctionele patronen herhalen, zeker in het begin. Als dat gebeurt ga je terug naar het monument en vernieuw je de keuze om de ander te aanvaarden zoals die is. Zo kan je kalm op de ander blijven reageren en gezonde grenzen trekken, je hebt immers geen slachtofferrol meer. 

KORT EN KLEIN

Sommigen van ons zeiden: dit kan ik niet, wat er is gebeurd is gewoon te erg. Wie zegt dit? Je ego. Het is als jij en het huis waar je woont. Er kan in dat huis ingebroken worden. Er kan een vandaal de boel kort en klein slaan. Die schade is reëel. Niemand kan de glasscherven ontkennen. Als jij je huis bent is dit een ramp. Je leven is geruïneerd. En dat is onvergeeflijk. 

Behalve dat je het huis niet bent, maar hebt. Wie ben jij? Diegene die zich met behulp van de Hogere Macht kan verhouden tot het huis, inclusief ingeslagen ramen en geforceerde voordeur. Je ego kan dat niet. Je ego heeft dat volmaakte huis nodig om gelukkig te zijn. Maar de ware jij kan dat. De ware jij is, verbonden met God zoals je die nu ervaart, zo compleet in z’n essentie, dat het in staat is om met open vizier naar de toestand van het huis te kijken en te zeggen: dit is mijn lot, hier heb ik mee te leven, en dat kan ik ook. En mijn ouders? Ik kan en ga niet ontkennen dat er veel mis is gegaan. Sterker nog, het helpt om daar open en eerlijk naar te kijken en over te praten. Maar er hoeft niks meer te gebeuren of te veranderen, voordat ik er mee kan omgaan. Het hoeft niet uitgepraat, hersteld of begrepen – ik, of liever gezegd: mijn ware zelf, is in staat om dit te dragen. 

Victor Frank, een andere holocaust-overlevende zei: Wij die in concentratiekampen verbleven herinneren ons de mannen die door de barakken liepen om anderen te troosten en hun laatste stukje brood weggaven. Het waren er misschien niet veel, maar zij vormden het bewijs dat iemand alles afgenomen kan worden op één ding na: het laatste van de menselijke vrijheden – de keuze om ongeacht de omstandigheden waarin je verkeert, zelf je houding te kiezen, zelf te bepalen hoe je iets tegemoet treedt.

ONBEWUSTHEID

Dat is waarom Jezus kon bidden voor de mensen die hem treiterden, folterden en aan het kruis sloegen terwijl hij onschuldig was: ‘Vader vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.’ Wat bedoelde Jezus? Iemand zei het als volgt: De enige die kwaad doet is de menselijke onbewustheid. Dat beseffen is echt vergeven. Door te vergeven lost je slachtoffer-identiteit op en komt je ware kracht tevoorschijn: de kracht van Aanwezigheid. In plaats van de duisternis verwijten te maken verwelkom je het licht.

Je ouders waren beperkt in hoe ze je lief konden hebben, maar dat is niet hun essentie. Als je ze zo ziet – in hun essentie, kan je zeggen: ze waren niet werkelijk zichzelf toen ze dat deden. Net als dat ik vaak niet werkelijk mezelf ben, als ik met mijn partner, kinderen en vrienden omga. En dat vergeef ik ze.

Stap 9 was voor velen van ons intens proces. Sommigen van ons hadden er echt tijd voor nodig. En hulp van een sponsor of iemand anders om samen mee op te trekken. Ook ontdekten sommigen dat ze niet alleen hun ouders te vergeven hadden, maar ook andere belangrijke personen in het leven. Het was dus veel werk. Maar toen de klus geklaard was, zeiden we met een grote glimlach: het was de moeite meer dan waard. Nelson Mandela, die voor zijn strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika 27 jaar in de gevangenis moest zitten belooft ons dit: “Vergeving bevrijdt de ziel, het verwijdert angst. Dat is waarom het zo’n machtige kracht is.”

ADA Nederland

Copyright © 2025 · Monochrome Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in